Etappe 2. De brief van minister Dijsselbloem van 10 februari 2016

10 februari 2016. In een brief aan de Tweede Kamer bericht minister Dijsselbloem over de voortgang inzake het te implementeren UBO register. 

Blijkens deze brief lijkt de regering Rutte II de invoering van het Nederlandse UBO register voortvarend aan te willen pakken: uiterlijk op 26 juni 2017 moet het ingevoerd zijn. Minister Dijsselbloem geeft aan het UBO register een breed toepassingsbereik en een grote mate van toegankelijkheid te willen geven, waardoor de bescherming van privacy-gevoelige informatie nog meer in het gedrang lijkt te komen dan door de betrokken UBO’s, hun families, vrienden, kennissen en adviseurs al gevreesd werd. Iedere burger zal straks bij de Kamer van Koophandel tegen een kleine vergoeding op kunnen zoeken wie de uiteindelijk belanghebbende ("UBO") van een Nederlandse vennootschap, stichting of vereniging is.

 

De minister geeft verder aan dat het Nederlandse UBO register zo veel mogelijk zal aansluiten bij de entiteiten genoemd in de Handelsregisterwet 2007. Entiteiten die zich op grond van deze wet bij de Kamer van Koophandel dienen te registreren, moeten ook hun UBO registreren in het UBO register. Hiertoe behoren nadrukkelijk ook entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid en entiteiten opgericht naar buitenlands recht, voor zover ze inschrijfplichtig in Nederland zijn, bijvoorbeeld omdat ze hier een onderneming drijven.

 

Ten aanzien van de toegang tot het UBO register maakt de minister bekend dat het Nederlandse UBO register in beginsel een openbaar register zal zijn, in principe voor iedereen toegankelijk. Wel worden de volgende privacy-waarborgen geïmplementeerd:

  • Iedere gebruiker van het register zal worden geregistreerd.
  • Er zal een vergoeding worden gevraagd voor inzage.
  • Gebruikers anders dan specifiek aangewezen autoriteiten krijgen alleen inzage in een beperkte set gegevens over de UBO.
  • Bij een risico op bijvoorbeeld kidnapping, chantage, geweld of intimidatie wordt steeds per individueel geval een beoordeling gemaakt van de risico’s en wordt bezien of bepaalde informatie kan worden afgeschermd.

 

De beperkte set gegevens waartoe alle gebruikers (buiten de specifiek aangewezen autoriteiten) in ieder geval toegang krijgen zijn: naam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat en aard en omvang van het economische belang van de UBO.

 

Naast deze – tegen betaling weliswaar - onbeperkt toegankelijke gegevens dienen ook de geboortedag, plaats en land van geboorte, adres, BSN-nummer (of het buitenlandse fiscaal identificatienummer), gegevens van het identiteitsbewijs en documentatie met betrekking tot het belang van de UBO in het register te worden opgenomen. Deze laatste gegevens zullen slechts toegankelijk zijn voor de specifiek aangewezen autoriteiten. 

 

In beginsel zijn de vennootschappen en organisaties die in het UBO register worden geregistreerd zelf verantwoordelijk om de benodigde gegevens aan het register aan te leveren. UBO’s zijn verplicht om hieraan mee te werken. Daarnaast hebben meldingsplichtige instellingen de plicht om de beheerder van het UBO register (= de Kamer van Koophandel) te informeren indien zij ‘verschillen’ ontdekken tussen de aan hen bekende informatie en de informatie in het UBO register. Ten slotte kunnen ook bepaalde autoriteiten gegevens aan het UBO register doorgeven.

 

(ga door naar Etappe 3)

 

Over Mr. P.P. de Quay

 

 

 

 

Projecten

 

Contactgegevens

Hermonlaan 13

3061 BH Rotterdam

M: 06 5111 8655

E : info@pietdequay.nl